- Kunst & design
We kunnen deze zomer misschien niet op vakantie gaan naar Zweden, maar dat betekent niet dat we het land niet in de kijker mogen zetten. In de wintereditie 2019 van Imagicasa magazine publiceerden we een uitgebreid artikel over enkele Zweedse topontwerpers uit de 20ste eeuw. Nu delen we graag drie weken op rij hun designs die nog steeds uiterst inspirerend zijn.
Scandinavisch design is overal. En dan hebben we het niet over dezelfde Ikea-kast die in ieder huishouden staat, maar over de ontwerpen van Zweedse designers als Josef Frank, Yngve Ekström en Greta M. Grossman. Vintage was namelijk ooit gewoon modern design dat door deze namen voor het eerst geïntroduceerd werd in de jaren 30, 40 of 50. Of het nu gaat om echte vintage stukken, een heruitgave van iconische ontwerpen of 21ste-eeuws meubilair met een duidelijke knipoog naar het verleden, je kan er niet naast kijken. Misschien heb jij onbewust ook zo’n prachtige stoel, tafel of sofa in huis zonder de geschiedenis ervan te kennen. Daarom laat Imagicasa je graag kennismaken met enkele 20ste-eeuwse Zweedse designers die een grote invloed hebben op de interieurs van vandaag. Erik Gunnar Asplund (1885-1940)
De eerste ontwerper die we willen uitlichten, wordt ook wel eens de “godfather” van het functionalisme genoemd. Gunnar Asplund studeerde begin de 20ste eeuw schilderkunst aan het Koninklijk Kunstinstituut in Stockholm. Zijn interessesfeer reikte echter verder dan deze discipline, waardoor hij ook architectuur ging studeren en uiteindelijk in 1913 zijn eigen studio oprichtte. Tijdens de laatste jaren van zijn leven keerde Asplund trouwens terug naar zijn alma mater waar hij lesgaf aan een nieuwe generatie architecten.
Deel 1/3 waarin we enkele Zweedse topontwerpers uit de 20ste eeuw in de kijker zetten
De vroegste ontwerpen van Gunnar Asplund – ook geregeld vermeld met zijn volledige naam, zijnde Erik Gunnar Asplund – vallen onder de zogenaamde ‘Swedish Grace’-stijl. Deze wordt gekenmerkt door elegante vormen, geometrische eenvoud, verfijnde details en antieke motieven. Bouwwerken als het Skandia-theater en de stadsbibliotheek van Stockholm — echt must-sees voor wie de Zweedse hoofdstad bezoekt! – zijn duidelijk neoclassicistisch en werden geïnspireerd op wat de ontwerper op zijn reizen naar Griekenland en Italië tegenkwam. Het bekendste meubelstuk dat hij in deze periode van zijn leven ontwierp, was de ‘Senna’-stoel. Later evolueerde de stijl van Gunnar Asplund echter naar het functionalisme, met een esthetiek die berust was op de sociaaldemocratische idealen van die tijd en het optimisme voor de toekomst. Een evenement dat van groot belang was voor deze stijlstroming en waarbij deze ontwerper nauw betrokken was, was Stockholmsutställningen of de Stockholm-tentoonstelling in 1930. Asplund was onder meer verantwoordelijk voor het Paradise Café en het Entry Pavilion, opgebouwd uit zeer veel glas en een zichtbaar stalen frame.
Ook in zijn meubeldesigns richtte Gunnar Asplund zich tot het gebruik van staal, want er was – zoals hij in een modernistisch manifest neerpende – “geen nood meer aan oude, culturele vormen”. In de jaren 30 ontwierp hij onder meer de iconische ‘GA-2’-fauteuil (voor Nordiska Kompaniet en Källemo) en de ‘Karmstol’-stoel, maar ook de eenvoudige, houten ‘Göteborg’-stoel (voor Cassina). Josef Frank (1885-1967)
Deze man mag dan wel niet in Zweden zijn geboren, toch heeft hij enorm veel voor het land betekend en wordt hij nog steeds gezien als een van de belangrijkste Zweedse designers. Frank ontvluchtte in 1933 het anti-Semitisch geworden Oostenrijk – waar hij vooral actief was als architect – en begon een succesvolle carrière als ontwerper in Stockholm in de interieurwinkel Svenskt Tenn. Samen met oprichtster Estrid Ericson maakte hij van Svenskt Tenn midden de 20ste eeuw hét toonaangevende bedrijf wat betreft moderne en gesofisticeerde interieurs. Het duo Frank-Ericson kon ook op heel wat internationale aandacht rekenen dankzij hun aanwezigheid op de Wereldtentoonstellingen van 1937 in Parijs en 1939 in New York.
De terugkerende populariteit van speelse en kleurrijke stoffen benadrukken de invloed van de designer
In Franks ontwerpen stonden kleur, gezelligheid en comfort centraal. Hij keerde daarmee resoluut zijn rug naar het pragmatisme en functionalisme dat architecten als Le Corbusier vertegenwoordigden. “Het monochrome oppervlak oogt ongemakkelijk, terwijl prints kalmerend zijn en de kijker onbewust beïnvloed wordt door een onderliggende zachte aanpak,” aldus Josef Frank. Hij streefde ernaar de kijker een gevoel van vrijheid te geven. Zijn prints zijn dan ook vaak geïnspireerd op de plantenwereld. Je herkent tulpen, vergeet-me-nietjes, krokussen, hyacinten etc, maar ook gefantaseerde bloemen die zelfs kleine ruimtes blijvend interessant moeten maken en ze minder benauwd doen aanvoelen. Dit is ook de reden waarom zijn meubels ‘ademen’, met andere woorden: stoelen met openingen in de rugleuning en kasten op voeten zodat je de vloer en muur nog kunt zien en de ruimte minder druk en klein lijkt.
Svenskt Tenn produceert nog steeds prints en meubels ontworpen door Josef Frank, maar ook modernere merken spelen in op de terugkerende populariteit van speelse en kleurrijke stoffen en benadrukken zo de invloed van de designer tot op de dag van vandaag. Axel Einar Hjorth (1888-1959)
De Zweedse designcultuur werd internationaal een echt begrip vanaf de jaren 1920. Architect en industrieel ingenieur Axel Einar Hjorth speelde daarin een belangrijke rol, hoewel zijn naam veel minder ter sprake komt dan die van zijn collega’s. Hjorth maakte zijn universitaire studies aan de Technische School in Stockholm, een departement van huidige Konstfack Universiteit, dan misschien nooit af, hij kon bij het begin van zijn carrière wel aan de slag bij diverse meubelbedrijven. Het ontbrak de ontwerper dan ook niet aan ambitie. Hij streefde ernaar de hele wereld te laten kennismaken met het grote talent in de decoratieve kunsten dat zijn vaderland land bezat. Een tentoonstelling in het Metropolitan Museum in New York in 1927 bleek cruciaal in het introduceren van Zweeds design en architectuur in de Verenigde Staten. Later volgden ook nog deelnames met zijn werk aan de Wereldtentoonstellingen in Barcelona (1929), Chicago (1933), Brussel (1935) en Parijs (1937). Ruim tien jaar lang werkte Axel Einar Hjorth als architect, interieurdesigner en meubelontwerper voor het toonaangevende grootwarenhuis Nordiska Kompaniet. Met zijn unieke stijl, die zijn oorsprong vindt in de romantische ‘Swedish Grace’, onderscheidde hij zich van veel van zijn tijdgenoten. Speelse ornamenten, felle kleuren, combinaties van exotische houtsoorten en referenties naar andere historische stijlen als het Franse art deco keren regelmatig terug in Hjorths ontwerpen. Uitblinkers zijn de ‘Utö’-bank, ‘Caesar’-kast en de ‘Lovö’-fauteuil. Ze zweven tussen neoklassiek en functionalistisch, luxueus en minimalistisch.
Axel Einar Hjorth wordt eerder gezien als een voorloper van het Zweeds modernisme en heeft de dag van vandaag niet echt een klinkende naam – hij liet geen erfgenamen, noch een archief van zijn leven en werk na. Toch zien we zijn stukken steeds vaker terugkeren; onder meer in de interieurs van een van onze favoriete ontwerpers, Pierre Yovanovitch.
Hou onze website en social media in de gaten voor het volgende deel, daarin bespreken we het werk van Carl Malmsten en Greta M. Grossman. Header Image: GA-2 chair © Kàˆllemo